Met Nederlandse literatuur had ik altijd al wel iets (ik ben uiteindelijk niet voor niets Nederlandse Taal en Cultuur gaan studeren). In 1994 las ik echter mijn eerste 'spannende' boek: de korte novelle 'Silver Bullet' van Stephen King. Sindsdien heb ik veel horrorverhalen gelezen uit binnen- en buitenland, van klassiekers tot moderne meesters. Langzaamaan verdiepte ik me ook in alle mogelijke filmproducties in dit genre. Mijn journalistieke kwaliteiten heb ik gecombineerd met mijn genrekennis: als filmrecensent. Zoals je zult zien, kijk ik daarbij breder dan horror alleen. Ook Science Fiction en duister drama behoren tot mijn gebied. Op deze pagina vind je wat van mijn (journalistieke) schrijfwerk. Nieuwe recensies of aankondigingen daarvan verschijnen vooraan. Wil je van mijn schrijfwerk gebruikmaken, of heb je een andere vraag? Laat het weten.
‘Rijk worden met één zin’. Er zijn boeken over geschreven, websites staan vol met tips hoe je dit kunt bereiken en ook in talkshows komt het soms aan de orde. Om welke zin het hier gaat: de logline. De kernachtige samenvatting van de verhaallijn van een film. Kan dit eigenlijk, en is íemand ooit rijk geworden van één zin? Antwoord: nee. Want achter die zin gaat een berg aan denkkracht en voorbereiding schuil.
Stap binnen in de fascinerende taal van film, een gelaagde kunstvorm die met bewegend beeld, geluid en licht een verhaal vertelt. Ik duik wat dieper in het voorbereidende aspect van filmproductie (storytelling) en analyseer vier cruciale elementen: logline, treatment, scenario en verhaalkracht. Zijn dit alle cruciale aspecten? Nee, er zijn er nog veel meer (denk aan call sheets, shotlists en breakdown sheets), maar dan komen we al snel bij productionele voorbereidingen. In deze beschouwing gaat het alleen nog om ideevorming om tot een film te komen.
LOGLINE Eigenlijk onterecht (en verwarrend) dat ik met dit element begin. Daar zit ook het misverstand bij alle ‘doe het zelf’-adviezen. ‘Rijk worden met één zin’ doe je niet door eerst de zin te bedenken. Die zin is misschien wel het slotstuk van je verhalende voorbereidingen. Eerst moet je de essentie van je verhaal helder hebben. En de vertelling (premisse): wat is de diepere betekenis achter je verhaal. Niettemin komt hier toch even een van de definities: een logline is de essentie van je film, samengevat in één krachtige zin. Ik start hier met de logline, omdat deze wél vaak het startpunt is van de zogenoemde ‘regievisie’. De logline maakt aan een producent duidelijk wat de visie van de regisseur op dit product is. Het is de haak die nieuwsgierigheid opwekt en de kern van het verhaal onthult.
TREATMENT Een film van anderhalf uur in een paar pagina’s tekst. Dat is een treatment. Een reeks bij elkaar horende scenes worden in filmland vaak ‘sequenties’ genoemd. Een treatment geeft in vogelvlucht die sequenties weer. Het is net wat meer dan een synopsis. Het is een uitgebreide beschrijving van het verhaal, vaak in prozavorm. Het behandelt de personages, plotontwikkelingen en cinematografische visie. Dialogen komen er (nog) niet in voor. Daar hebben we het scenario voor.
SCENARIO In de Engelstalige landen hebben ze het over het script, in Nederland noemen we dat het scenario. Scenarioschrijven, is dat lastig? Het is maar hoe je het bekijkt. In sommige opzichten is het gemakkelijker dan literatuur, omdat je je niet expliciet bezighoudt met gedachten van personages en ook niet over uitgebreide literaire bloemrijke beschrijvingen van de omgeving. Aan de andere kant is dat juist ook het lastige. Mensen die voor het eerst een scenario schrijven, komen erachter dat ze alleen kunnen beschrijven wat je ‘ziet’. Dus geen gedachten, geen uitleg over ‘wat er aan vooraf’ ging. Het scenario is de gedetailleerde blauwdruk van de film, waarin scènes (een eenheid van plaats en tijd), dialoog en acties worden beschreven. In (meestal genummerde) scènes is er een actiebeschrijving, afgewisseld met dialogen van de karakters. Meer heb je niet tot je beschikking. Vaak kom je erachter hoe ingewikkeld dat kan zijn, op het moment dat je een scenario schrijft en aan acteurs vraagt ermee aan de slag te gaan.
VERHAALKRACHT Een goede film heeft meerdere lagen. Er zitten vaak tegenstellingen in. Een film over de dood, moet vooral ook leven bevatten. De tegenstellingen maken elkaar sterker. De hoofdpersoon heeft een zogenoemde ‘want’ en een ‘need’. De want: hij/zij wil iets, het liefst nú. Bijvoorbeeld geld of roem. De need: hij/zij heeft op langere tijd iets diepers nodig. Bijvoorbeeld liefde, of zelfacceptatie. Wij als kijker komen daar vaak sneller achter dan de hoofdpersoon zelf. Als dat in vervulling komt, dan voelt dat goed. De verhaalkracht is de emotionele impact en overtuigingskracht van het verhaal. Het gaat verder dan de plot, het gaat om de krachtige boodschap en de blijvende indruk die het achterlaat. In filmisch opzicht kan de verhaalkracht overigens totaal ander zijn dan in een boek. Heel vaak hoor je ‘dat het boek toch beter was’. Een film die het boek naadloos volgt, dat is meestal niet heel geslaagd, omdat het simpelweg een andere vertelvorm is. ‘Het boek was anders’, dat is een betere beschouwing.
CONCLUSIE Ook al is een film vaak bedoeld om te ontspannen, film is in zijn uitwerking niet alleen maar entertainment; het is een complexe taal met zijn eigen grammatica en codes. Logline, treatment, scenario en verhaalkracht vormen samen de bouwstenen van deze taal. Ik hoop dat ik in dit korte stuk deze elementen iets meer heb ontcijferd en dat ik heb laten zien hoe ze samenwerken om de kijker te inspireren.
Welke films hebben jou geïnspireerd door hun verhaalkracht? Deel jouw inzichten maar eens, ik ben benieuwd! Neem gerust contact op via frank@2frame.nl.
KORT Maatschappij: Warner Bros Regisseur: Denis Villeneuve Waardering: 8 Lengte: 166 minuten Releasedatum: 29 februari 2024 (Nederland)
Met het epische spektakel Dune 2 neemt Villeneuve ons mee naar de bekende wereld(en) van auteur Herbert, waarbij het fantasierijke science-fictiongehalte grote gelijkenissen kent met onze wereld. Dat maakt zowel de boeken als de films zo intens: we herkennen de intriges rondom oorlog tussen verschillende machtswellustelingen zoals die ook op moeder aarde plaatsvinden (al sinds mensenheugenis.
FREMEN De regisseur weet het verhaal prachtig op gang te brengen door klein en dichtbij te beginnen bij hoofdpersoon Paul Artreides (gespeeld door Thimotée Chamalet, die in Wonka bewijst ook het onschuldige genre aan te kunnen). Tegen wil en dank wordt hij aangezien als de messias door een nomadenvolk (de Vrijen – de Fremen); die scepsis van hem is gedeeltelijk: hij wil ze heel graag helpen tegen de onderdrukkende volken (onder leiding van de Keizer, gespeeld door Christopher Walken). De moeder van Paul (ook een prachtrol van Rebecca Ferguson) maakt zelf grif gebruik van het goede geloof van de nomaden. Met graagte positioneert ze zichzelf als de Eerwaarde Moeder (een soort moeder Maria, aangezien haar zoon de messias is).
ZANDWORMEN Los van al deze intriges vinden de veldslagen plaats, die van begin tot eind blijven boeien. Zelfs voor niet-SF-liefhebbers is Dune een lust voor het oog (en oor). Daarnaast zijn de special effects om te smullen. De zandwormen zijn imposant en op een gegeven moment is het totaal niet meer ongeloofwaardig dat de Fremen op die beesten ‘rijden’ als zouden ze een soort wilde paarden zijn. Voor deze recensie heeft ondergetekende de film gezien tijdens een persvoorstelling in Imax in Amsterdam en de totaalbeleving qua geluid en beeld was overdonderend. Soms iets té misschien… de vele digitale geluidseffecten pompen af en toe wat erg hard uit de speakers.
De balans opmakend, kunnen we alleen maar stellen dat Villeneuve met zijn sterrencast (laten we ook Javier Bardem niet vergeten die Paul binnenhaalt in ‘zijn volk’) een prachtig rond verhaal heeft neergezet, met zorg voor dosering en details. Deze film is een absolute must voor SF-adepten, maar zéker ook voor het bredere publiek.
KORT Maatschappij: Universal Pictures International Regisseur: M. Night Shyamalan Waardering: 6 Lengte: 100 minuten Releasedatum: 3 februari 2023 (Nederland)
Iedere beginnende regisseur was hier moeiteloos mee weggekomen. Voor alles: Knock at the Cabin is een film die intrigeert en die aandacht voor een bepaalde tijd weet vast te houden. Maar gaandeweg zakt deze van ons weg, in een drassig moeras.
VREEMDELINGEN Eerst maar eens het verhaal. Heel erg 2023 (voor Amerikaanse begrippen): een homostel gaat met zijn geadopteerde dochtertje naar houten ‘cabin’ in de middle of nowhere. Tijdens die vakantie, of eigenlijk al bij de start komen er vier vreemdelingen aanzetten. Het kleine meisje maakt eerst kennis met een beer van een vent (zeer innemend gespeeld door Dave Bautista). Erg vriendelijk zien ze er niet uit met hun zelfgemaakte wapens. Daarnaast blijken het ook nog eens vreemde snuiters te zijn die het einde van de wereld aankondigen. De twee mannen en twee vrouwen vertellen aan de twee geliefden en hun kind dat ze de wereld kunnen redden door één van hen op te offeren. Een ondoenlijke keuze, toch?
'GEKKIES'? Het gezin wordt gegijzeld en met nauwelijks toegang tot de buitenwereld moeten ze een keuze maken voor het oog van de vier ‘gekkies’. Zijn ze wel zo gek? Of is er iets anders aan de hand? Constant zijn dat vragen die bij jou als kijker door je hoofd spoken. En zeg nou zelf, het is M. Night Shyamalan, dus niets is wat het lijkt, dat is de verwachting. Waar deze gevierde regisseur altijd stevige titels neerzet met een aardig verhaal, daar blijkt hij hier wat te breken met die traditie. Het acteerwerk van een groot deel van de cast is overtuigend, camerawerk sleept je mee, maar de hele film overziend blijf je met de vraag zitten waarom Shyamalan (die tevens de screenplay voor zijn rekening nam) uiteindelijk hiermee op de proppen kwam.
GEMISTE KANS Laat ik voorop stellen: ik ben een groot bewonderaar van deze filmmaker – terwijl ik weet dat veel anderen hem kritisch benaderen. The Sixth Sense vond ik baanbrekend en The Village vond ik (hoewel deze film niet door iedereen gewaardeerd werd) qua verhaal ook zeer de moeite waard. Voorzichtig moet ik erkennen dat Knock at the Cabin hierin een beetje teleurstelt. Er had veel meer in deze film gezeten. Een gemiste kans.
Bij ‘horror’ denkt het ‘brede publiek’ snel aan 'horrorfilms'. En dan vooral aan ‘slasher movies’, gruwel en screamqueens. Om in het spreekwoordelijk hoenderhok maar direct een knuppel te gooien: het heeft het genre in Nederland waarschijnlijk geen dienst bewezen. Horror is iets dat niet al te serieus genomen zou moeten worden. Terecht?
Dat dedain blijkt ook in schriftelijke variant van de films: de boeken, om het maar simpel te zeggen. Vertel op een feestje dat je een horrorroman leest, en de reacties zijn niet altijd positief. Een beetje beschaamd zelfs. ‘Horror, daar ben ik niet van,’ hoor ik zelf veelvuldig. ‘Een goede thriller, dat dan weer wel.’ Maar wat is het verschil tussen een thriller en een horror? Is die scheidslijn altijd scherp? Over boeken gesproken: uitgeverijen bedachten een goede manier om ‘thrillers’ onder een breder publiek geaccepteerd te laten zijn: de ‘literaire thriller’. Maar die boeken zijn in werkelijkheid allesbehalve literair. Toch levert het de lezer een minder groot schuldgevoel op. ‘Zie je wel, ik lees verantwoord.’ Nu is het nog wachten op de eerste ‘literaire horror.’ Maar ik vrees dat we daarop lang kunnen wachten. Dat de kans groter is dat er al meer werkelijk literaire horrorromans onder ons zijn dan literaire thrillers, durf ik te verdedigen.
OORSPRONG Waar komt horror eigenlijk vandaan? Elementen van horror gaan al zo ver terug als dat mensen verhalen aan elkaar vertellen. De oude Grieken namen gruwelijke elementen op in hun verhalen, die als vermaak dienden. De Hebreeuwse bijbel is een verzameling van wereldliteratuur, waarin ijzingwekkende passages de revue passeren. Stephen King (met wie ik via de korte weerwolfnovelle Silver Bullet halverwege de jaren negentig echt kennis maakte) noemde het bijbelverhaal ‘Job’ een van de eerste horrorverhalen in onze cultuur. Een getormenteerde man die het goed probeert te doen, maar niet weet hoe, een meedogenloze God, een sinistere en berekenbare duivel én vooral een blik in het bewustzijn van Job zelf. Hoe hij lijdt, en hoe het lijden hem verder brengt. Horror gaat vaak over mensen en lijden. De ‘goede’ horror waar ik het over wil hebben, gunt ons een blik in de psyche van ons zelf. Wat een hoofdpersoon meemaakt, kan ons allemaal gebeuren.
PASSION VS HORROR Om in de terminologie van de bijbel te blijven: het kruisigingsverhaal van Jezus is in mijn ogen een van de meest tot de verbeelding sprekende verhalen, maar ook – soms – onlogisch. Waarom doen de mensen wat ze doen, en waarom doet Jezus wat hij doet? Het antwoord op die vragen geeft het verhaal betekenis. De vertolking ‘Passion of the Christ’ doet geen recht aan het lijden van Jezus. We zien expliciet hoe zijn huid uiteen wordt gereten, maar daar blijf het bij voor het overgrote deel van de film. Om de tweede knuppel erin te gooien: wat is het verschil tussen de ‘Passion’ van Mel Gibson en een, pak ‘m weg ‘Texas Chainsaw Massacre’? In vertelling niet veel, helaas. Een goede horrorfilm had wél een meesterwerk kunnen maken van de vertolking van de kruisiging. (Ik twijfel verder níet aan de kwaliteit van Mel Gibson in het algemeen.)
EMPATHIE In de alinea hierboven liet ik ‘horror’ en ‘bijbel’ moeiteloos met elkaar overlopen. Er zijn mogelijk mensen die hier moeite mee hebben. Ik hoop ook een misverstand uit de weg te kunnen helpen en ik hoop dat horrorliefhebbers het ermee eens zijn. Vertellers van horrorverhalen hebben geen hekel aan mensen. Ze willen niet dat het kwaad wint. Sterker nog: vertellers van horrorverhalen onderzoeken graag hoe het ‘kwaad’ vat krijgt op mensen, om te zien hoe mensen zich daaraan kunnen ontworstelen. Horrorauteur Joe Hill twitterde ooit treffend: ‘Horror is about having empathy for people who are facing the worst.’ Dat is een belangrijke notie: horrorverhalen en -films promóten geen kwaad en duisternis. Ze leggen het kwaad dat er is vast, en onderzoeken waar het vandaan zou kunnen komen. In sprookjes worden gruwelijke verhalen al van generatie op generatie doorgegeven, waarbij het ‘gruwelijke facet’ op zichzelf begon te staan, bij het kampvuur. Gek genoeg is de eerste roman die als ‘griezelverhaal’, ‘horror’ of ‘spookverhaal’ wordt gekwalificeerd oorspronkelijk geschreven als parodie op die duistere facetten. Horace Walpole publiceerd in 1764 ‘The Castle of Otranto’, dat expliciete verwijzingen bevat naar angst en het spookachtige. The gothic novel was geboren.
STEPHEN KING De Nederlandse horrorauteur Thomas Olde Heuvelt, op wie we wat mij betreft zuinig moeten zijn, schreef in een van de Nederlandstalige bundels in het genre een voorwoord over ‘horror’. Volgens Thomas is ‘Pet Sematary’ een van Kings beste horrorboeken. Niet vanwege de platte gruwel. Of het feit dat King zelfs nietsontziend met kinderen omgaat in het boek. Nee, het gaat erom hoe de óuder van het kind met de gruwel omgaat. De keuze die de ouder heeft, het dilemma, ook al weet deze dat de keuze gruwelijke gevolgen heeft. King zelf was depressief toen hij het boek schreef. Daarnaast zat hij in een gitzwarte periode van alcoholmisbruik. Het boek voelde in alles duister. De eerste speelfilm die ervan gemaakt werd, was matig. Vooral de interactie tussen vader en zoon, en de toedracht van het ongeluk waren ongeloofwaardig. De tweede film, vrij recent, was beter, door een groter productiebudget. Stephen King heeft in de loop der jaren zijn bemoeienis met de verfilming van zijn boeken afgezwakt. Was hij aanvankelijk nog stevig betrokken bij het scenario, later gaf hij toe dat dit niet zijn sterkste kant is (behoudens volgens hemzelf het scenario voor The Storm of the Century). The Shining, het meesterwerk van Stanley Kubrick naar voorbeeld van Kings gelijknamige roman, kon Kings goedkeuring niet wegdragen. Eerst leek hij veel problemen te hebben met de totale filmische vertaling van het verhaal. In interviews gaf King vervolgens aan dat hij vooral moeite had met hoofdpersoon Jack Torrance: in de roman ‘behekste’ het hotel hem gestaag, in de film leek hij bij voorbaat niet bij zijn volle verstand. Hoe dan ook, het hoeft niet zo te zijn dat een goede schrijver altijd een goede regisseur of scenarioschrijver is.
PRODUCTIEKWALITEIT Zo’n vijftien jaar recenseer ik met name horrorfilms voor media als SF Terra. Variërend van goede films met horrorelementen, tot horrorfilms met spaarzame goede momenten (en alles ertussenin). De laatste jaren lijkt het genre een opmars te maken tot een breder publiek. Horror mag kwaliteit bezitten en dat mag te zien zijn aan de productie. Een aantal jaar terug (net voor Corona) was ik bij de nieuwjaarsreceptie van de branchevereniging voor bioscopen in Tuschinski. De directeur van de Nederlandse tak van Warner Bros gaf aan dat het zomerbezoek voor de bioscoop een record had geboekt. Hoe? ‘Nou,’ zei de zakenman op het podium, ‘we hebben een film over een clown...’ De zaal gniffelde. Hij refereerde aan It (deel 1), de Stephen King-adaptatie (alweer) die een miljoenenpubliek wist te boeien. Cinematografie wint het in de modernere films van platte gruwel en dito personages.
'ROOM AVAILABLE' Op het moment van schrijven ben ik als scenarioschrijver en regisseur zelf bezig met een zogenoemde ‘shortmovie’, die ik een ‘gothic love story’ noem. De film ‘Room Available’ met onbetwiste horrorelementen (dood, geesten, duistere omgeving) is in mijn ogen echter geen ‘horrorfilm’ in de oude zin des woords. ‘Jij maakt toch een horrorfilm?’ vroeg iemand me recent. Ik merkte dat ik moeizaam ‘ja’ kon zeggen. Ik maak een film met horrorelementen, gaf ik aan. In iedere film zitten horrorelementen, maar in mijn film is dat deel dan nét iets groter dan in een ‘normaal’ verhaal. Schaamde ik mijzelf voor het genre? Nee. Waar ik naartoe wil: wellicht komen we langzamerhand ook in Nederland terecht in een genre waarin horror algemener geaccepteerd kan zijn. Dat er geen disclaimer nodig is.
1922 Het genre komt van ver. In 1922, in een tijdperk dat film nog zonder dialogen werd vastgelegd, kwamen twee meesterwerken op film uit. Het Scandinavische ‘Häxan’ (een documentaire over witchcraft) en Nosferatu (een sinistere kijk op Dracula met gevoel voor suspense). Häxan had verbluffend veel kwaliteit rondom licht en compositie. Nosferatu bevatte kippenvelmomenten die zelfs decennia later niet geëvenaard zijn: denk aan de vampier en zijn schaduw die de trappen afdaalt én aan diezelfde vampier die even van het slachtoffer opkijkt, in de camera. In de jaren zeventig en tachtig werden we overrompeld met bombastische horror, waarbij het B-genre zijn intrede deed. ‘Goedkope’ films die ongetwijfeld met plezier gemaakt zijn, maar die onbedoeld uithangbord werden voor het totale genre. Eind jaren negentig gaf The Blair Witch Project het genre een enorme boost. ‘Spannend omdat deze heel veel niet laat zien,’ zegt liefhebber onskaat op Instagram. En een mainstreamkijker, Sarah, laat op socials weten dat Carrie haar bijbleef (‘brrrr’), Scream (‘zo heerlijk jaren negentig’) én Birdbox en A Quiet Place (waarbij ze terecht opmerkt dat A-listacteurs op de set verschijnen).
Op het hbo geef ik onder andere een minor film en scenario. Studenten vragen mij wel eens: wat vindt ú nou een goede film? Dat is zo subjectief als wat, maar net zoals ik bij mijn studenten heb gedaan, geef ik in het overzicht hiernaast wat films die naar mijn idee goed gemaakt zijn. Druk op de foto met de gezellige Halloween-bezoeker in het donker, en neem een kijkje. De lijst is niet uitputtend. Maar dat kan deze ook nooit zijn. Heb plezier met kijken!
NB: geen filmhuisfilms inbegrepen
OP JAAR VAN VERSCHIJNING
Nosferatu -1922 Häxan -1922 Psycho -1960 The Haunting -1963 The Birds -1963 Rosemary's Baby -1968 Night of the Living Dead -1968 The Exorcist -1973 The Texas Chainsaw Massacre -1974 Jaws -1975 The Omen -1976 Halloween -1978 Dawn of the Dead -1978 Invasion of the Body Snatchers -1978 Alien -1979 The Amityville Horror -1979 The Shining -1980 An American Werewolf in London -1981 The Evil Dead -1981 The Thing -1982 Poltergeist -1982 Creepshow -1982 A Nightmare on Elm Street -1984 Gremlins -1984 The Return of the Living Dead -1985 The Fly -1986 Evil Dead II -1987 Hellraiser -1987 The Silence of the Lambs -1991 Army of Darkness -1992 Candyman -1992 Seven -1995 Scream -1996 Ringu -1998 The Blair Witch Project -1999 Final Destination -2000 The Others -2001 Hannibal -2001 The Village -2004 Shaun of the Dead -2004 Saw -2004 Hostel -2005 Paranormal Activity -2007 Let the Right One In -2008 The Cabin in the Woods -2011 You're Next -2011 The Visit -2015 It (I) -2017 Hereditary -2018 Pet Sematary -2019
MEER TIPS? Laat het weten via de contactmogelijkheden op deze website.
RECENSIE The Northman
REGISSEUR Robert Eggers
LENGTE 136 minuten
Dit lange epos vertoont sterke overeenkomsten met Disney’s klassieker The Lion King. Een koning, een zoon en een boosaardige oom. De koning wordt verraden, gedood, en de zoon zweert wraak. Het pretentieuze project The Northman maakt vooral de beelden waar: de director of photography en de regisseur hebben goed werk geleverd door oogstrelende plaatjes te laten zien van landschappen, krijgers en hun strijddansen, en onheilspellende duistere en magische bijeenkomsten van onverschrokken zwaardvechters en heksen.
NOORSE MYTHOLOGIE Het is een historische sage, met een sterke aanwezigheid van magie en het bovennatuurlijke. Dit maakt van The Northman een verhaal dat we vooral door de ogen van de Noorman moeten zien: de Noorse mythologie is hier de waarheid en symboliek viert hoogtij. Het bombast zit vooral in de muziek en in de geluidseffecten. Soms over het randje, soms angstwekkend subtiel. Bijna klungelig zijn soms de noordelijke accenten die de acteurs denken toe te voegen aan hun Amerikaanse-Engels uitspraak. De houterige uitspraak van Nicole Kidman, die de vrouw van de Koning speelt, is in het begin tenenkrommend, maar het went.
ACTEURS Als kijker zijn we aanvankelijk heel erg aanschouwelijk: we lijken naar een toneelstuk te kijken waarin acteurs zich bedienen van poëtische uitspraken die zelfs de Elfen in de Lord of the Rings naar de kroon steken, en waarbij hun bewegingen ritueel ingestudeerd lijken te zijn. Gaandeweg de film begint dit echter te wennen. Al met al leveren steracteurs als Ethan Hawke, Alexander Skarsgård (als de hoofdpersoon Amleth) en Willem Dafoe het uiterste van hun kunnen. En, hoe kan het ook anders in Scandinavische contreien, ook Björk laat zich als ziener cq heks niet onbetuigd.
SLAAF Op het moment dat onze jonge verbannen koningszoon de plek heeft gevonden waar zijn kwaadaardige oom huist (het huidige IJsland) om zijn vader te wreken, zijn we getuige van zijn subtiele wijze waarop hij dit opbouwt. Hij vindt die plek door zichzelf als slaaf voor te doen; de mensenhandel brengt hem waar hij zijn moet. Hier begint The Northman ook werkelijk interessant te worden. Dit is geen wraakfilm zonder substantie, dit is een gevecht tussen een beschadigde vechtersbaas en een cultuur die vreemd voor hem is.
ROMANTIEK In dit gevecht – dat zowel om vlees en bloed als om het spirituele gaat – wordt hij geholpen door een jonge slavin Olga, waarbij romantiek ontstaat. Anya Taylor-Joy (die we kennen als het mysterieuze schaaktalent in The Queen’s Gambit) zet de rol als Slavin perfect neer, een uitstekende casting. Deze film van regisseur Eggers (waar hij zelf aan meegeschreven heeft) bevat expliciete gruwel en op sommige momenten ook het meest duistere waar de mensheid toe in staat was (en helaas is). Of culturele elementen geschiedkundig accuraat zijn, zouden historici moeten duiden, maar het kan de auteur dezes niet ontgaan dat er voor gekozen is om vooral een beeld neer te zetten van losgeslagen natuurvolken die primitief denken en het niet nauw nemen met diplomatieke oplossingen.
Ook al is het een lange zit, vervelen doet deze hoogwaardige productie niet. Het verhaal rijpt en ook al is het soms wat geijkt, tot het eind blijft het spannend en onderhoudend.
RECENSIE Ambulance
REGISSEUR Michael Bay
LENGTE 136 minuten
De actiethriller Ambulance moet even op stoom komen, maar dan staat er ook een interessant filmproduct. Het is niet zo dat het verhaal langdradig is of traag start, integendeel. Vanaf moment één neemt regisseur Michael Bay je mee in zijn rollercoaster. Het is juist het gebrek aan dosering dat het eerste half uur te overdreven maakt, te gretig, te veel spierballenvertoon in termen van camerashots. Het eerste kwart van de film lijkt namelijk alvast een oefening in droneshots te zijn, waarbij de dronepiloot (heel vaardig) langs hoge gebouwen raast, om vervolgens op een vrij nutteloos eindshot uit te komen. De bedoeling hiervan is onduidelijk.
BANKOVERVAL Het verhaal is flinterdun, maar wel interessant. In Los Angeles maken we kennis met veteraan Will (Yahya Abdul-Mateen II), die samen met zijn tamelijk gestoorde pleegbroer Danny (Jake Gyllenhaal) een grootse bankoverval pleegt. Will heeft een motief: de ziekenhuiskosten van zijn vrouw betalen. Danny: hij is simpelweg beroepscrimineel. Tijdens de ontsnapping gaat het mis voor het duo. Ze houden tijdens hun vlucht een ambulance aan (die een door Will neergeschoten politieagent vervoert) en daarbij gijzelen ze de gewonde man plús de mooie verpleegkundige Cam Thompson (Eiza González).
ACHTERVOLGING De rest van de film doet wat denken aan Speed. We rijden mee in een voertuig (dat is een nogal beperkend gegeven, zou je zeggen) en vooral de achtervolging staat garant voor harde actie. De bijzondere cameraposities (en uiteraard de droneshots die nu wél zinnig zijn) vergen het uiterste van de crew. Chris Fedak heeft het scenario geschreven en de beste man heeft zijn best gedaan er een bepaalde levendigheid én humor in te verwerken. Op een of andere manier is er een mooie chemie tussen de idiote Danny en de serieuzere Will en Cam.
WIE VAN DE VIER Tot op het laatst blijft spannend wie er uiteindelijk heelhuids uit die ambulance gaan komen. De agent in kwestie (op de brancard) wordt zelfs nog even door Cam geopereerd, met online hulp van chirurgen. Wie van de vier gaat het halen, ga je je op een gegeven moment serieus afvragen, zeker wanneer de politiemacht in LA steeds groter wordt en de geweldsspiraal flink wordt opgevoerd.
HYPERACTIEF Over het algemeen is het een zeer onderhoudende film, maar het verhaal mist af en toe wel wat logica en diepgang. Daarbij hebben regisseur Bay en zijn cameramensen iets te vroeg hun kruit verschoten door te snel in hyperactieve camerashots te vervallen, daar waar het verhaal juist nog even een opbouw nodig had. Deze film verdient desondanks een 7,5.
RECENSIE Scream
REGISSEURS Matt Bettinelli-Olpin, Tyler Gillett
LENGTE 114 minuten
Een wankel evenwicht, deze film. Liever gezegd: een ratjetoe van momenten, waarbij het soms spannend wordt, soms gruwelijk, maar ook bijna lachwekkend, uitgekauwd, voorspelbaar en onpeilbaar. Om dit laatste wat nader toe te lichten: de regisseurs spelen schijnbaar een spel door soms over the top de klassieke Scream-schrikmomenten tot vervelends aan toe te herhalen. Ontelbare keren gaat er een koelkast open, en net zo vaak doet de spannende muziek vermoeden dat daar opeens ‘the Ghostface’ staat, dat bekende masker dat inmiddels een karikatuur van zichzelf is geworden. Vaak is het in die gevallen (gelukkig voor de personages) loos alarm.
TWINTIG JAAR LATER De eerste zaag die in de denkbeeldige stoelpoot onder deze film wordt gezet, is een ‘Ghostface’ bij de start van deze rolprent, die het publiek op het hart drukt om de clou aan het eind vooral niet te verklappen. Het is wat vreemd, om deze ongeschreven regel voor bioscoopbezoekers zo te expliciteren. Via een op zich interessante startscene met de jongedame Tara, die ’s avonds laat gebeld wordt en waarbij de spanning zeer smooth wordt opgevoerd, rollen we het destructieve verhaal in. We zijn twintig jaar na die vorige moorden in dat rustige stadje Woodsboro. Heel snel wordt duidelijk dat er weer zo’n diabolische grappenmaker rondwaart in een zwarte cape en afschrikwekkend masker, vergezeld van een fileermes. Doel: tieners, uiteraard.
ONGELOOFWAARDIG Hoe de tieners met deze moorden omgaan, is wat ongeloofwaardig, om het zacht te stellen. Echt zorgen maken ze zich nooit, waardoor ze gewillig messenvoer lijken te zijn voor de maniakale moordenaar. Dit staat naarmate de film vordert een goede spanningsboog in de weg. De broodnodige tegenhangers van deze wat onrealistische tieners zijn de Sream-diva’s Gale Weathers (Courteney Cox) en Sidney Prescott (Neve Campbell). Met hun down-to-earth-humor herstellen ze de balans tussen de gruwelijke werkelijkheid en de manier waarop de jongelui hiermee omgaan. Ook de rol die de politie krijgt toebedeeld is wat ongeloofwaardig. Ze zijn er vooral om lijken af te voeren, maar op tijd zijn ze nooit. Een joekel van een continuïteitsfout wekt ook ergernis bij de enigszins kritische kijker: nog voordat de vrouwelijke sheriff ter plaatse kan zijn bij een toekomstig plaats delict, roept ze in het kleine (!) dorpje versterking op. Die politieversterking laat erg lang op zich wachten en uiteraard zijn ze er weer om gewillig vlees en bloed te verwijderen.
Ook al is er flink wat aan te merken op dit filmproduct, op veel momenten doet het wel wat je wil. Je schrikt je op bepaalde momenten het leplazarus. Het einde schurkt tegen een Scooby-Doo-moment aan, maar ook daar zoeken de regisseurs de overdaad op, en misschien is dat wat ze uiteindelijk bedoeld hebben. Het is geen memorabel meesterwerk, en dat is wellicht wat de makers van deze film ook niet beoogd hebben, want eerlijk is eerlijk, er zitten nogal wat openlijke momenten van zelfspot in het script, richting de Scream-franchise, richting andere soortgelijke slashermovies, en eigenlijk richting het hele genre.
RECENSIE Ghostbusters Afterlife
REGISSEUR Jason Reitman
LENGTE 124 minuten
Voor iedereen die de jaren 80 bewust heeft meegemaakt, is Ghostbusters – Afterlife een feest der herkenning. Stapsgewijs laten scenarioschrijver en medeschrijver/regisseur Reitman verwijzingen los richting die regelrechte bioscoophit van weleer. Is deze film dan niet op zichzelf te bekijken? Integendeel, het is een pareltje van veelzijdigheid: spannend, humoristisch, ontroerend, actiegericht en een feest qua beeld, geluid en sfeer.
RANCH Met flink wat actie worden we het verhaal in getrokken, in de middle of nowhere op een ranch op het platteland van de Verenigde Staten. Een oudere man die een boosaardige geest probeert te vangen in een (inmiddels) ouderwetse Ghostbusters ‘ghost trap’. Yes, de eerste verwijzing! De poging is tevergeefs, want de krasse knar lijkt er niet goed vanaf te komen.
PHOEBE Een alleenstaande moeder en haar twee kinderen krijgen bericht dat respectievelijk hun vader en opa is overleden. Ze hadden blijkbaar lang geen contact meer gehad. Ze erft zijn vervallen huis op de ranch. Haar kinderen ontdekken stukje bij beetje steeds meer over het verleden van hun wijlen opa. Met name de jongste, de slimme meid Phoebe, weet met haar natuurkundige kennis minstens in de voetsporen van haar beroemde opa te treden. Onder andere de wijze waarop oude apparatuur én de originele auto geïntroduceerd worden, verraadt veel bezieling en enthousiasme van de filmmakers.
'ARE YOU A GOD?' Wat deze film zo sterk maakt, is het ingenieuze verhaal, en de prachtige beeldvertelling. We maken wederom kennis met de Sleutelhouder en de Poortwachter, die in monsterachtige wezens veranderen om die ene god te beschermen, je weet wel, die dame met kort haar die vroeg ‘Are you a god?’. De totale filmervaring doet denken aan een Steven Spielberg-moment, waarin actie en mystiek elkaar perfect aanvullen. De kinderen, die weerstand moeten bieden aan dat vermaledijde wezen, lopen uiteindelijk op hun tandvlees, maar ze houden vol.
Ook de oorspronkelijke Ghostbusters krijgen nog hun moment in de film. Allemaal keurig gedoseerd, niets overhaast. Dit geldt voor de gehele film. Met zorg is gekozen voor actie, voor special effects (waaraan een Nederlander mee heeft gewerkt) en voor een prachtige sfeer. Met deze Ghostbusters – Afterlife heb je beslist een fijne kijkervaring.
BOVENNATUURLIJKE GERECHTIGHEID: Horror als leermeester
‘Juist omdat mensen verslaafd kunnen raken aan het bezitten van huizen, auto’s en telefoons, zijn dit soort dingen eng geworden’, schrijft dr. Evert Jan van Leeuwen op de site van het kinderprogramma Het Klokhuis. Hij dingt mee naar de wetenschapsprijs waarvoor de jeugdige Klokhuis-kijker zijn stem kan uitbrengen. Zijn onderzoeksgebied: Spullen om van te griezelen: de rol van huizen, auto’s, telefoons en zo in horrorverhalen en -films. In een interview vertelt Evert er meer over.
Aan de Universiteit Leiden is Evert universitair docent Engelstalige Letterkunde, Moderne Literatuur en cultuur, Gothic, Horror en Science Fiction. Griezelverhalen gaan niet altijd meer over monsters, meent hij, maar vaak over huizen, auto’s en televisies die de macht over óns pakken, in plaats van andersom. Hij wil uitleggen hoe horrorverhalen ons belangrijke lessen kunnen leren over de ‘gevaren van spullenverslaving’. Na elke Klokhuisaflevering komt er een korte teaser voorbij, waarbij enkele onderzoekers hun onderzoek aanprijzen. Zo ook Evert, die in enkele zinnen zijn onderzoek omschrijft, met – voor de oplettende vaders en moeders die meekijken – het boek ‘Needful Things’ van Stephen King in zijn hand. Hij gaat in de teaser niet in op dat boek, maar het verband is overduidelijk. In dat verhaal van King krijgt de lezer een pijnlijke kijk in de ziel van de mens, die blijkbaar tot véél in staat is om spullen te bemachtigen uit een mysterieuze winkel die gerund wordt door de duivel zelf.
EDGAR ALLAN POE Ook al is Evert voor het overgrote deel docent Engelstalige Letterkunde en Moderne Literatuur, wat dus een groot gebied behelst, hij heeft in zijn interessegebied iets specifieks dat de aandacht trekt. Het is geen alledaags onderzoeksgebied: Gothic, Horror en Science Fiction. Hoe komt hij daar? ‘Een van mijn eerste helden op dit gebied was Edgar Allan Poe’, antwoordt Evert. ‘Als tiener zag ik de horrorfilm House of Usher (1960, red.), en in de aftiteling kwam Edgar Allan Poe voorbij. Toen ben ik werk van Poe gaan lezen en ik raakte gefascineerd. Daardoor ben ik juist ook meer uit de aangrenzende genres gaan lezen.’ Hij classificeert het werk van Poe binnen de ‘British American Gothic Novel’. Via werken over Dystopia, fictieve samenlevingen met vreeswekkende kenmerken, kwam hij ook in de meer Science-Fiction-gerichte boeken terecht. Waarom spreekt hem deze wat vreemde verhalen hem aan? ‘Zo vreemd zijn ze eigenlijk niet’, meent Evert. ‘Met studenten heb ik het verhaal 1984 van Orwell geanalyseerd. Het viel me op dat studenten dat heel goed kunnen vertalen naar hun eigen wereld. Hetzelfde geldt voor denkbeeldige samenlevingen. Die houden ons eigenlijk een spiegel voor. Ik zie dat jonge mensen dat beter kunnen vertalen naar onze huidige samenleving dan bijvoorbeeld een realistische historische roman.’
HORROR EN KINDEREN Het Klokhuis. Kinderen. Gaat dat samen met horror? Evert knikt resoluut. ‘Ik heb twee zoons van 12 en 16. Toen ze allebei nog op de basisschool zaten, runde ik de schoolbieb. Daar viel me op: er stond veel horror. Het meest in het oog springend was Paul van Loon, maar er zijn veel andere schrijvers die griezelige en bovennatuurlijke elementen in hun werk gestopt hebben.’ Ook refereert Evert aan de film Monster House, die in de kijkcijfer-adviezen op 6 jaar is gezet. ‘Het monster is het huis zelf’, zegt de onderzoeker. ‘Een ding dat personifieert. Ook The Haunted Mansion, met Eddy Murphy (rating op 12 jaar en ouder, red.), raakt de belevingswereld van kinderen. Murphy is makelaar en hij wil per se slag slaan met de verkoop van dat ene huis, terwijl zijn kinderen zien dat het huis een bouwval is dat vlakbij een begraafplaats staat.’ Murphy ziet in de begraafplaats slechts “spacious grounds”. Tot slot stipt Evert nog even de sprookjes aan. Waar we allemaal het onschuldige Efteling-gevoel hebben, zijn het traditioneel moralistische en waarschuwende verhalen voor bij het kampvuur. In de negentiende eeuw zijn daar de scherpe en morbide randjes al vanaf gehaald. Evert: ‘Het oorspronkelijke einde van Sneeuwwitje is tamelijk sadistisch. De boze stiefmoeder moet als straf gloeiend hete ijzeren schoenen aan doen, waarop ze moet dansen totdat ze dood neervalt.’
OORSPRONG De oorsprong van horror is moeilijk aan te wijzen, vindt Evert. Horror is naar zijn idee al eeuwenlang geworteld in de volksverhalen. Het boek dat echter bepalend is geweest voor de kadrering van het genre in het Engelse taalgebied, is The Castle of Otranto (1764) van Horace Walpole. Evert: ‘Wat weinig mensen beseffen, is dat zijn boek een parodie op het oude bijgeloof was. Hij vergrootte de bovennatuurlijke elementen enorm uit. De lezers namen het echter serieus en vonden het oprecht eng en spannend. Daardoor creëerde hij onbedoeld een nieuw genre: klassieke gothic. Uiteindelijk gaat het om bovennatuurlijke gerechtigheid: iets sinisters probeert ons bij de les te houden.’
EVERT JAN VAN LEEUWEN Het onderzoeksgebied van Evert is officieel (onder andere) The history, development and intertextual relations of gothic, horror, supernatural and science fiction from the British Isles, the Low Countries and North America. Sinds 2007 is hij universitair docent aan de Universiteit Leiden.
ENGSTE FILM ‘The Blair Witch Project. Nadat ik deze in de jaren negentig in de bios zag, fietste ik een eind om, om niet langs het bos te hoeven fietsen.’
ENGSTE BOEK ‘Salem’s Lot van Stephen King. Ik raakte bijna in paniek omdat de sympathieke hoofdpersonages de grip op alles kwijtraakten. Stephen King kan dat fenomenaal: je voelt mee met de personages.
EIGEN WERK IN DE TOEKOMST ‘Met studenten werk ik aan verschillende projecten. Onder andere oude Nederlandse schrijvers die het korte verhaal schreven zoals Edgar Allan Poe dat deed. Die vertalen we in het Engels om het Nederlands erfgoed ook op de kaart te zetten. En ik zit in de afronding van mijn eigen boek Demonic Possessions, uiteraard gelinkt aan het onderzoek waar ik volop mee bezig ben.’
RECENSIE Pig
REGISSEUR Michael Sarnoski
LENGTE 92 minuten
Nicholas Cage kennen we van blockbusters, met wat voorspelbare en platte karakters. In Pig is hij interessanter. Wat onpeilbaar en onvoorspelbaar. Voor regisseur Sarnoski is dit zijn eerste grote film (!) en dan is het niet mis als je met deze hoofdrolspeler het avontuur aangaat. Extra saillant is het te weten dat hij ook meteen zelf het scenario schreef. Cage produceerde mee en heeft dus ook wat in de melk te brokkelen gehad, als het gaat om het eindresultaat.
ZWIJNTJE Het gegeven van de film is innemend: Cage speelt de zonderling Rob, een man die beroepsmatig truffels zoekt met zijn grootste vriendin: Pig. Een zwijntje dat niet van zijn zijde wijkt. De jonge Alex Wolff speelt een op geld beluste handelaar, die om de zoveel tijd truffels bij Rob haalt, om daarvoor een boodschappenpakket in ruil terug te geven. Rob is overigens een echte fijnproever, aangezien hij in vroeger tijden een topkok is geweest in de verderop gelegen stad Portland. Dat hij nu als kluizenaar zijn dagen slijt, lijkt alles te maken hebben met zijn vrouw, die er niet meer is. Zijn leventje als truffelzoeker, dat lijkt allemaal gezapig goed te gaan, totdat Rob met geweld overvallen wordt in zijn hutje, en waarbij onherkenbare onverlaten zijn ‘Pig’ meenemen.
ZOEKTOCHT De rest van de film is een zoektocht van Rob en zijn jonge kompaan, naar Pig. Het is geen overduidelijke SF, fantasy en horror, maar het is wel een bijna absurdistische spiegel richting onze maatschappij, die nog het meest doet denken aan de afleveringen van Black Mirror. Cage is indrukwekkend als de wat angstaanjagende Rob, die je als kijker telkens laat gissen naar zijn werkelijke aard: is hij nou te vertrouwen of niet? Het verhaal (en dus het scenario) is uiteindelijk wat vlak: nergens werkt de regisseur toe naar een echte climax die je op de punt van je stoel doet balanceren.
RESTAURANT De bedoeling van de filmmaker is soms ook wat onduidelijk. Een wat schertsende scene in een restaurant, waarbij Rob oog in oog komt te staan met de chef-kok, nota bene een oud-medewerker van hemzelf, komt niet van de grond omdat de chef-kok overdreven zenuwachtig praat, waarbij we als toeschouwer diezelfde spanning niet meevoelen. Is dit het absurdisme dat we soms ook in Black Mirror zien, of is dit minder geslaagd acteer- en regisseurswerk?
De persoon die uiteindelijk de film overeind houdt, is toch echt Nicholas Cage zelf. Hij krijgt nergens in het verhaal de kans écht te spetteren, maar zijn ingetogen vertolking van de rol is toch ook een genot op zich. Eindcijfer: een 7, met de hakken over de sloot.
RECENSIE Wrong Turn (The Foundation)
REGISSEUR Mike P. Nelson
LENGTE 110 minuten
De Wrong Turn-franchise is aardig uitgeknepen, maar regisseur Nelson heeft er nieuw leven in geblazen. Het concept was altijd simpel: (meestal knappe) tieners of twintigers begeven zich in onherbergzaam gebied, en nemen letterlijk de verkeerde afslag, waardoor ze maniakale moordenaars tegen het lijf lopen. In de handvol films die al gemaakt zijn, ging het iedere keer om onooglijke gestoorden. Dat bleef een tijdje leuk, maar op een gegeven moment werd het flauw. Van meet af aan breekt Wrong Turn – The Foundation met dit afgezaagde element.
DIEPGANG Natuurlijk, de start is zo voorspelbaar als je verwacht. Jongelui verdwalen in het bos, door domme keuzes. Maar gaandeweg wordt dit werk steeds interessanter. Charlotte Vega speelt de mooie intelligente Jes Shaw, die tot op een zeker moment nog contact met haar vader Scott (Matthew Modine) had via telefoon, maar dat hield op een gegeven moment op. Scenarist Alan McElroy heeft puik werk afgeleverd door deze horror veel meer diepgang mee te geven dan de voorgangers. We zien de jongeren namelijk steeds meer in het nauw komen in het bos, maar hun dialogen blijven interessant en authentiek. En natuurlijk is het geen romantische komedie: de groep slinkt steeds meer, hoe verder ze het bos in gaan.
THE FOUNDATION De jongeren maken kennis met angstwekkende figuren die gehuld zijn in dierenhuiden en een gewei op hun masker (dat ook weer een dierenschedel is). Dit zijn geen hersenloze rovers die hun prooi willen zien lijden, zo lijkt het, maar toch zijn het geen lieverdjes, want ze verdedigen heel duidelijk met harde hand hun territorium. Vader Scott maakt zich steeds meer ongerust en wanneer wij als kijker al weten dat het groepje al diep in de penarie zit, zet hij de achtervolging in. Waarom deze titel ‘The Foundation’? De jongeren (althans, zij die over zijn) bereiken uiteindelijk het hol van de leeuw en daar komen ze erachter wie die hertenkoppen nu eigenlijk zijn.
VERRASSEND Het moet gezegd: voor een horrorsequel is dit ‘point of no return’ in het ‘hol’ nog redelijk verrassend. Over het algemeen klopt er eigenlijk best veel aan deze film. De productie is verzorgd (hoewel het begin toch wat krakkemikkig start), de acteurs zijn zowaar bijna echte mensen en het verhaal heeft een zekere gelaagdheid. Wie de Wrong Turn-films kent, weet dat er aan het slot vaak een krul in de staart zit. Als je even terugdenkt aan een van de voorgangers, waarbij het ging om een oude gekkenhuis waar studenten in terecht komen: twee mooie studenten lijken daar te kunnen ontsnappen, maar op het laatste moment rijden ze toch tegen een gespannen prikkeldraad en hun losse hoofden die door de lucht zweven, kijken elkaar nog even verbaasd aan (deze zwartgallige humor kenmerkt dit type films).
Ook deze eindigt (net als de andere 'Wrong Turns' enigszins verrassend, maar… je raadt het al, uiteraard wél anders dan bij alle voorgangers.
Bron beeldmateriaal: Filmdepot